Butch Cassidy en Sundance Kid achterna

Bolivia | Anno 2015

 

Vrijdag 17 juli | Villazón – Tupiza

Zaterdag 18 juli | Tupiza

Zondag 19 juli | Tupiza – Uyuni

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\52 ArgentinieBolivieChili\Bronversies\5204 (jpg) VillazonUyuni.jpg

 

Vrijdag 17 juli | Villazón – Tupiza

Twee nachten in Potosí – eeuwenlang de belangrijkste zilvermijn ter wereld – hadden we in het verschiet, maar stilaan komt vast te staan dat we dat bezoek kunnen afschrijven. Sociale spanningen hebben er tot een staking en een blokkade geleid. Die houdt al dagen aan. De stakers willen van geen wijken weten. Er is geen doorkomen aan. Potosí, knooppunt van wegen, is van de buitenwereld afgesloten.

De thermometer wijst 9,5 °C aan. Te voet kruisen we de brug van het Argentijnse La Quiaca naar het Boliviaanse Villazón over de Río de la Quiaca. Onze horloges zetten we een uur achteruit, want hier is het nog maar kwart na twaalf. Het tijdsverschil met België bedraagt ondertussen zes uur.

Martín, onze gids, begroet ons. Dat een Argentijn uit La Quiaca ons door Bolivia zal loodsen, verrast ons. Maar zijn grootmoeder is van Boliviaanse afkomst, stelt Martín ons gerust. En hij doet dit werk al twintig jaar. Ervaring zat dus. Ook Alfredo duikt op, een zwijgzame Boliviaan. Voorlopig beperkt diens rol zich tot het dragen van Martíns rugzak.

Twee Toyota Ipsum-taxi’s brengen ons naar het kantoor van het lokale reisagentschap. Daar hebben ze een lunch voor ons klaar staan – soep, kipfilet met groenten, rijst, ajuinaardappelen en als dessert abrikoos met dulce de leche, een karamelpasta op basis van melk, suiker en bakpoeder die langzaam en langdurig gekookt wordt. De zwijgzame Alfredo blijkt de zaakvoerder van dit agentschap te zijn. Zijn vrouw Samantha en dochter Yvonne hebben deze eenvoudige doch voedzame maaltijd bereid.

In principe zouden we om twee uur per bus naar Tupiza vertrekken. Maar dit is Bolivia. De bus die ons naar Tupiza moet brengen, is nog met een retourtje Tupiza bezig. Het is dus wachten geblazen tot ze dat traject voltooid heeft.

Of we zijn tuintje willen zien, vraagt Alfredo. Hij neemt ons mee naar achteren, door een ruimte waar een handvol jeeps geparkeerd staan, naar zijn stoffig, ommuurd tuintje. Vier eenden hebben er hun stek. Trots is hij op de perziken, de aardbeien en de druiven die hij hier teelt – nota bene op een hoogte van 3 500 m, bij winterse temperaturen van ‑15 °C.

Dat tuintje blijkt slechts een voorwendsel te zijn. Alfredo wil zijn ei kwijt

Dat tuintje blijkt slechts een voorwendsel te zijn. Alfredo wil zijn ei kwijt – een cursus Bolivia voor beginners, maar dan met een hoogstpersoonlijke toets. Prompt ontpopt de zwijgzame Alfredo zich als een niet te stuiten spraakwaterval.

Drie grote bevolkingsgroepen leven hier samen, zo vernemen we – de Aimara, de Quechua en de Guaraní. Het zijn de Aimara die in Bolivia de lakens uitdelen. Ze leven op de noordelijke puna, het hoogland van de Andes, rond La Paz en het Titicacameer. Materialisten zijn het, geld en bezittingen zijn voor hen het hoogste goed.

De Quechua daarentegen hechten meer belang aan solidariteit, ethiek en moraal, en leven in de puna en de valleien van het zuiden. De Guaraní ten slotte leven in de oostelijke Sierra en komen vrij goed overeen met de Quechua.

Als kinderen van Aimara huwen, dan is bezitsverwerving het enige doel. Van trouwen met een Quechua kan geen sprake zijn. President Evo Morales mag dan wel de eerste inheemse president van Bolivia zijn, hij is Aimara en bestendigt het systeem.

Op geld uit de hoofdstad moeten ze hier in het zuiden niet rekenen. Dat is precies waar het bij de staking in de mijnstad Potosí om draait. Al meer dan 10 dagen duurt die nu. En als hier gestaakt wordt, is het menens. De wegen worden geblokkeerd, er komt niemand door. De zaak zit potdicht – dat hadden zelfs wij al gemerkt.

Van de opbrengst van de mijn heeft de plaatselijke bevolking niets gezien

De afgelopen eeuwen is de zilvermijn van Potosí vrijwel compleet leeggehaald, maar van de opbrengst heeft de plaatselijke bevolking niets gezien. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de Quechua de bergen in de zuidelijke provincie Sud Lípez, waar gouderts aanwezig is, niet willen ontginnen. Van een rivier die goud zou bevatten, verwerken ze het zand liever in cement dan het te zeven. Goud en zilver zijn immers des duivels, het verandert de mensen, aldus Alfredo. Niet voor niets staat bij de ingang van de mijn van Potosí een beeltenis van Tío, de god van het zilver. Mijnwerkers offeren aan hem vooraleer in de mijn af te dalen, om de negatieve invloed van het zilver af te wenden.

Van opleiding is Alfredo professor economie, maar hij is naar Villazón gekomen omdat het hier rustiger is en het leven hier beter is. In de ruimte waar nu de jeeps geparkeerd staan, heeft hij indertijd een meubelfabriek opgezet. Zijn producten voerde hij uit naar Argentinië. Maar toen president Menem producten uit Brazilië en China begon te importeren, kon hij daar niet tegen op.

Een nieuwe industriële bedrijvigheid starten leek niet haalbaar, want op dat vlak kan Bolivia niet concurreren met het buitenland. Dus zocht hij zijn toevlucht in de dienstensector. Meer bepaald het toerisme. En dat blijkt te werken, want de zaak loopt als een trein. Waarom zou een mens hard moeten werken? Dat is nergens voor nodig.

Voor Bolivia heeft Alfredo bij wijze van uitsmijter één glashelder advies – zet alles in op landbouw, veeteelt en toerisme. Want dat zijn de enige sectoren waarin Bolivia internationaal een rol kan spelen. Maar daar heeft de Boliviaanse overheid geen oren naar, ze slaat Alfredo’s advies in de wind.

Even na drie daagt dan toch een busje op. Een Jincheng GDQ 6530 voor 10 personen is het, een Chinese kloon van de Toyota HiAce. Onze bagage moet op het imperiaal. Daar hebben we geen bezwaar tegen, afgezien van het feit dat er geen imperiaal is. Dus wordt ons hebben en houden dan maar zo goed en zo kwaad als het kan op de zetels achterin gestouwd.

Met vijf kwartier vertraging zetten we de rit van iets minder dan honderd kilometer naar Tupiza in. Quinoavelden schuiven aan het raam voorbij. Toch is dat inheems gewas in Bolivia veel te duur, legt Martín uit, omdat de overheid quinoa wil reserveren voor de export.

Even voor vier is het als we naar de vallei afdalen. Het gedrag van toeristen, daar kan de modale Boliviaan geen touw aan vastknopen, aldus Martín. Naar een naburig dorp gaan om er een feest bij te wonen en vervolgens lazarus huiswaarts te keren, tot daar aan toe. Maar nog verder weg trekken, waar is dat goed voor?

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\16 Naar Tupiza\AGBC1294y.jpg

Suipacha

Suipacha is de plek waar in Bolivia de eerste grote veldslag tegen de Spanjaarden plaatsvond. Dat gebeurde op 7 november 1810, maar ze zijn er nog altijd apetrots op. Voor zover we althans het tiental plakkaten mogen geloven met dankbetuigingen voor de glorieuze veldslag. Afgezien van twee slome honden en een oud vrouwtje is in het dorpje geen levende ziel te bespeuren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\16 Naar Tupiza\AGBC1292y.jpg

Suipacha

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\16 Naar Tupiza\AGBC1293y.jpg

De Spanjaarden verslagen

Hoog in de lucht cirkelen enkele zwarte Andesgieren. Even voor vijf bereiken we hotel Mitru in Tupiza, een rustig stadje op een hoogte van 3 160 m, waar ruim 25 000 inwoners alle drukte uit hun leven gebannen lijken te hebben. In de overdekte Mercado Antonio Gil Duran aan de overkant van de straat sterft de laatste bedrijvigheid van de dag langzaam uit.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie Bolivie Chili\17 Tupiza\Werkmap\AGBC1353x.jpg

Tupiza – Markt

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie Bolivie Chili\17 Tupiza\Werkmap\AGBC1341x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie Bolivie Chili\17 Tupiza\Werkmap\AGBC1295x.jpg

 

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie Bolivie Chili\17 Tupiza\Werkmap\AGBC1332x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie Bolivie Chili\17 Tupiza\Werkmap\AGBC1316x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie Bolivie Chili\17 Tupiza\Werkmap\AGBC1315x.jpg

 

Ondertussen begint ons alternatief programma vorm te krijgen – een nacht extra in Tupiza, een nacht extra in Uyuni. De dag van morgen wordt alvast met een tocht te paard ingevuld. Drie tot vijf uur zal die duren. Straks bij het avondeten krijgen we daar meer uitleg over. Daarna kan overwogen worden om per jeep een kijkje te nemen op El Sillar, een uitzichtpunt iets ten noorden van de stad.

Terwijl we ons in Restaurante Italiana achter enkele joekels van pizza’s te schranzen zetten, maakt Maribel haar opwachting. Van haar verwachten we toelichting over de paarden, maar een vrouwelijke gaucho kan je haar niet meteen noemen – vestimentair is ze om door een ringetje te halen. Veel meer dan dat we ons niet ongerust moeten maken, dat het makke paarden zijn en dat we beenbeschermers krijgen, komen we voorlopig niet te weten.

Brandstof begint schaars te worden, verwarming op de kamer is er niet

De gevolgen van de blokkade laten zich alvast voelen. Brandstof begint schaars te worden, verwarming op de kamer is er niet.

Top

Zaterdag 18 juli | Tupiza

Een drukke bedoening is het aan de bushalte. Het is immers zaterdag, marktdag in Tupiza. In een tiental minuten brengt het overvolle microbusje ons naar de rand van de stad. Daar staat Luis ons op te wachten. Vier paarden heeft hij mee, drie hoeden, vijf sets beenbeschermers en één hond. Toereikend is dat niet, maar in de verte verschijnt Fernando met nog eens zes paarden, enkele sets beenbeschermers en een torentje hoeden op zijn hoofd.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1363y.jpg

Luis met hond en paarden

De paarden worden gemonsterd, de beenbeschermers worden omgord, het juiste hoedje wordt gekozen. Vestimentair is er niets meer wat ons van the wild bunch onderscheidt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1399y.jpg

In de zalige overtuiging dat we zelf geen poot hoeven te verzetten en dat de paarden de weg weten

Kennelijk staan Taliya, Rossino en de andere paarden wat hoger op hun poten dan we verwacht hadden. Een stevig rotsblok onder de voeten en een stevige por onder de poep komen best van pas. Dan nog zullen we met de wijze waarop we in het zadel belanden, niet meteen een schoonheidsprijs winnen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1421y.jpg

 

Even voor elf zet ons gezelschap zich in een lange colonne in beweging. Fernando en Luis leiden het zaakje vooraan en achteraan in goede banen, Martín en Maribel vergezellen ons.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1414y.jpg

 

Al spoedig blijkt het Boliviaanse landschap geenszins voor de Argentijnse quebrada’s te moeten onderdoen. Erosie heeft in de bergkammen bizarre sculpturen uitgesneden, gesteentelagen zijn er in de meest uiteenlopende kleuren, ruige struiken en bleekgroene cactussen domineren de hellingen. Van op de hoge paardenruggen genieten we er ten volle van, in de zalige overtuiging dat we zelf geen poot hoeven te verzetten en dat de paarden de weg weten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1431y.jpg

Puerta del Diablo

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1443y.jpg

 

Tegen een gezapig tempo bereiken we de Puerta del Diablo, de Duivelspoort, een verticale rotswand die als een vrijstaande muur een tiental meter boven ons uit rijst. Aan een wigvormige split dankt het vreemde natuurverschijnsel zijn naam. We parkeren er de paarden en exploreren de omgeving te voet. Zo stoten we op een twintiger uit Utrecht die het land in zijn eentje bereist. Voor de rit te paard hebben ze hem als begeleider een jonge, onervaren snaak van hooguit dertien toegewezen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1446y.jpg

Cañón del Inca

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1490y.jpg

 

Door een brede ravijn gaat het nu naar de Cañón del Inca, luidens het bordje 3 268 m boven de zeespiegel. Steeds smaller wordt de kloof, tot we de paarden even moeten achterlaten. Rotsblokken die tijdens het regenseizoen door kolkend water meegevoerd zijn, werpen een hoge hindernis op. Het vergt wat klauterwerk, maar in het kielzog van Martín verkennen we de diepe scheur die door het water in de rots uitgesneden is.

Door de brede vallei keren we terug naar de duivelspoort en klimmen dan uit de vallei weg. Voor de paarden is het wat drummen op het smalle pad dat langs de helling omhoog leidt, maar ze houden hun tred aan. Afdalen, dat is echter andere koffie. Eenmaal boven op de kam worden ze weerspannig. Het vergt wat aandringen vooraleer ze de afdaling inzetten – You have to show who’s the boss, weet Martín.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1558y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1642y.jpg

 

Maar het landschap blijft fascineren. Door een klein V-dal kronkelt het smalle pad naar beneden. Wolkjes dwarrelen op rond de bestofte poten van de paarden. Metershoge cactussen steken de lage bomen en struiken de loef af. Berghellingen wedijveren met elkaar in vorm en kleur.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1561y.jpg

The Wild Bunch

Een brede grindweg voert ons probleemloos een bergkam over. In de verte zien we twee ruiters naar de vallei afdalen. Een steile helling is het, steengruis op de rotsachtige ondergrond maakt het pad bijzonder verraderlijk. Eén van de paarden verliest zijn grip op de gladde steentjes en schuift onderuit. De ruiter kan amper vermijden dat hij onder het paard terecht komt. Het blijkt onze vriend uit Utrecht te zijn. Zelf komt hij er met de schrik van af, maar het paard mankt met de rechter achterpoot.

Erg bemoedigend is dat, want Fernando leidt ons langs datzelfde pad naar beneden. Dat lukt ons zonder kleerscheuren, al doen sommigen het traject te voet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1633y.jpg

Cañón del Duende

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1646y.jpg

 

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1657y.jpg

 

Niet meer dan een zuchtje wind is vereist om sommige rotsblokken los te wrikken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1673y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1639y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1697y.jpg

 

Twee uur is het als we de ingang bereiken van de Cañón del Duende, de Canyon van de Kobold. Te voet klimmen we door de kloof omhoog. Hoe smaller ze wordt, des te meer ze ons verbluft. Geen steile rotswand boordt de kloof af, maar een wand van een broos conglomeraat. Als dikke puisten puilen rotsblokken en keien hoog boven onze hoofden uit bruinrode lemen wanden. Niet meer dan een zuchtje wind is vereist om sommige rotsblokken los te wrikken, zo lijkt het wel. En in de komende jaren zal dat ook gebeuren. Daar zullen de regens wel voor zorgen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1664y.jpg

Cañón del Duende

Hogerop in de kloof stoten we op een waterpoel. Een witte laag zoutkristallen op de rotswand wijst op een hoge zoutconcentratie. Toch is het water bevroren. Nog verder lijken de wanden van de kloof zich rondom ons te sluiten, alsof we op de bodem van een koker staan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1706y.jpg

 

Even voor vier keren we met de microbus naar de stad terug. Voor een zeer late lunch wenden we ons tot El Fogon dat zich als Restaurante de Mama profileert. We eten er wat de pot schaft, en dat is uitsluitend kip. Op ons bord verschijnt een kwart kip, vergezeld van porties frieten, rijst en spaghetti. Inclusief coca cola dok je hier zo maar even 14 boliviano’s af voor de lunch – twee euro en tien cent.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\18 Tupiza tocht te paard\AGBC1727y.jpg

 

De trip naar El Sillar hebben we nog te goed, maar het transport gooit roet in het eten. Niet de jeep is het probleem, maar de brandstof. In een ellenlange rij staat ze voor een tankstation aan te schuiven. Het ziet er niet naar uit dat ze onverwijld beschikbaar zal zijn.

Dan daagt Wilfredo op. Hij heeft een andere jeep mee, een gammele Toyota Landcruiser 4500. Met wat goede wil kan je er zes zitplaatsen in aanwijzen – als je de twee pseudozeteltjes in de laadruimte meerekent. Toch zal dit de jeep zijn waarmee we morgen meer dan 200 km onverharde weg naar Uyuni zullen beleven. Inclusief bagage op het imperiaal. Dat belooft.

Voorlopig laten we het niet aan ons hart komen. Wilfredo slaat de weg in naar het verre San Vicente, de plek waar Butch Cassidy en Sundance Kid hun laatste overval gepleegd zouden hebben. Een half uurtje rijden brengt ons op El Sillar, een zadeloppervlak tussen twee pieken op een hoogte van 3 700 m.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\17 Tupiza\AGBC1754y.jpg

El Sillar

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\17 Tupiza\AGBC1741y.jpg

 

Aan weerszijden strekken de geërodeerde landschappen zich rond ons uit. Wind, water en zon hebben die erosie teweeggebracht, mompelt Martín een beetje overbodig. Enkele dorpjes van 50 tot 70 inwoners bevolken de vallei waardoor de Río Tupiza stroomt. In de verte mondt die in de Río Grande San Juan del Oro uit. Daar kan je tijdens het regenseizoen goud winnen, vandaar de naam.

Iedereen zakt naar de stad af om vertier te zoeken en vooral lazarus te worden

Een koude, lawaaierige tent met twee privébewakingsagenten voor de deur, dat is The Alamo. Het is zaterdag, iedereen zakt naar de stad af om vertier te zoeken en vooral lazarus te worden. Van zulk volk moeten ze hier kennelijk niet weten. We strijken er neer voor een avondmaal. Morgen zal Martín niet met ons naar Uyuni reizen, zo vernemen we, maar met het openbaar vervoer. In de jeep mogen immers slechts zes personen plaatsnemen.

Top

Zondag 19 juli | Tupiza – Uyuni

Dat we een ganse dag van de begeleiding van Martín verstoken zullen blijven, wordt niet op applaus onthaald. Alfredo, onze economieprofessor, is helemaal uit Villazón overgekomen en heeft wel oren naar onze klacht. Maar een tweede jeep inschakelen is geen optie, gezien het brandstoftekort en de lange files aan de tankstations. Dus zal Martín toch met ons meereizen. Met zeven in een jeep plaatsnemen die veel te krap is voor zes – benieuwd wat de chauffeur daarvan zal zeggen.

Dan daagt een tweede Alfredo op. Hij heeft zowaar een jeep mee, een Toyota Landcruiser 4500, zo mogelijk nog gammeler dan die van gisteren – de klink ontbreekt, hij opent het portier met een ijzerdraadje.

Hij heeft een jeep mee, zo mogelijk nog gammeler dan die van gisteren

Vier koffers moeten met het openbaar vervoer mee, luidt het verdict. Dat gebeurt onder de hoede van Maribel, stelt Alfredo de prof ons gerust. Een taxi daagt op, vier koffers gaan aan boord, de taxi vertrekt zonder Maribel. Iemand anders zal de koffers begeleiden. Iemand die je kan vertrouwen, sust Alfredo ons. Tegen beter weten in geloven we hem op zijn woord.

Om kwart na tien vertrekken we. Eerst Martíns bagage oppikken. Die mag hij voorlopig op zijn schoot houden, want er is geen plaats voor. Dan in een schimmig winkeltje in een stoffig straatje de lunchboxen ophalen. Nog eens drie joekels van dozen die ergens hun plaats moeten vinden. Alles gaat het dak op, waar de mogelijkheden eindeloos lijken – zowel in de breedte als in de hoogte.

Even na half elf zet Alfredo er definitief de beuk in. We passeren een zwaar bewapende militaire controlepost aan de rand van de stad en slaan dan links een grindweg in. Uyuni is hier 208 km vandaan, zo meldt de wegwijzer ons. Ruta 14 die naar Potosí leidt, laten we rechts liggen. De stoffige Ruta 21 wordt onze nieuwe biotoop. Tegenliggers slepen een gigantische wolk stof in hun kielzog mee.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1767y.jpg

Ruta 21

Relatief klein zijn de gemeenschappen die langs deze route wonen, aldus Martín. Tambillo is daar een voorbeeld van. In augustus, bij het begin van de lente, vieren ze Pachamama ter ere van de vruchtbaarheid van de aarde. Cocablaadjes worden dan geofferd, alcohol, maïs, quinoa. Meer dan 2 000 jaar oud is die animistische traditie, ze is typisch voor de Aimara.

Dualiteit is een belangrijk element van hun wereldbeeld. Alles heeft zijn complement – man en vrouw, zon en maan, licht en duisternis. Tegenover de bovenwereld met zijn zon, maan, sterren en lucht staat de onderwereld. Daar resideert de duivel.

Tío, zo noemen de mijnwerkers van Potosí die duivel. Niet geheel toevallig beelden ze hem als een Spanjaard af. Telkens ze in de mijn afdalen, offeren ze cocablaadjes en alcohol voor hem, in de hoop dat hun dagtaak veilig zal verlopen en hun werk productief zal zijn.

Van recentere signatuur is het feest van Intiraimi, dat hier elk jaar op 20 december gevierd wordt. Het komt immers uit de traditie van de Inca’s voort, en werd zo’n 700 jaar geleden geïntroduceerd. Nog recenter is de derde component van de lokale spiritualiteit, het katholicisme. Feestelijkheden zijn in de praktijk dan ook heel vaak een mix van die drie componenten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1763y.jpg

 

Stroomopwaarts langs de Río Salo klimmen we steeds hoger. Heel af en toe duikt er een kleine nederzetting op, met niet meer dan een handvol rechthoekige huisjes. Lama’s kweken ze hier, koeien en geiten – voor de melk, niet voor het vlees. Op de velden telen ze quinoa. Als brandstof gebruiken ze tola, een inheemse, harsachtige plant die uitsluitend op de puna groeit, op een hoogte tussen 3 500 en 5 000 m. In de gesloten keukentjes levert dat zeer veel rook op. Een onaangename en ongezonde omgeving noemt Martín dat terecht.

Voertuigen zie je hier amper. Toch is een bus er vanochtend in geslaagd een lichte vrachtwagen aan te rijden. Hoe op deze plek zulk ongeval is kunnen gebeuren, is ons een raadsel. Van de bestuurderscabine van de bus blijft niet veel over. Erg bemoedigend is dat, want dat is precies het type bus waarin onze vier koffers onderweg zijn.

De fallus illustreert zowel de dualiteit van de natuur als de integriteit van moeder aarde. Daar hebben we even niet van terug

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1778y.jpg

La Poronga

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1772y.jpg

 

Als een gigantische fallus van dertig meter hoog trekt een sterk geërodeerde zandsteenstructuur reeds van ver onze aandacht. We strekken even de benen en gaan op verkenning uit. La Poronga noemen ze het natuurfenomeen, wat Zuid-Amerikaans slang is voor penis. Water en wind hebben hem deze specifieke vorm gegeven. Maar er is meer aan de hand. Want de fallus contrasteert met de zon en de maan, zo lezen we, en illustreert aldus zowel de dualiteit van de natuur als de integriteit van moeder aarde. Daar hebben we even niet van terug.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1782y.jpg

Salo

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie Bolivie Chili\19 Naar Uyuni\Werkmap\AGBC1786x.jpg

 

Ter hoogte van Salo steken we de rivier over. Een lange strook lintbebouwing is het, met stenen huizen. Kleurrijk uitgedoste kinderen staren de toeristen aan. Vrouwen zijn traditioneel uitgedost – lange vlechten, bolhoed, breed uitwaaierende rok, dikke wollen broek. Enkelen zijn achter een gril in de weer. Het vlees van een geitje van één maand is dat. Wellicht voor hongerige passanten, want het middaguur nadert. Beneden in de droge rivierbedding hoedt een herderin de geiten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1795y.jpg

 

Steeds hoger gaat het nu. Sneeuw zal je hier nochtans niet aantreffen, daarvoor valt er te weinig regen. Maar een hagelbui en een beetje ijsvorming zitten er wel in.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1812y.jpg

Verlaten boerderij met veekraal

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1798y.jpg

Wachten op transport

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1800y.jpg

Alfredo lost het op

Een huwelijk is nogal definitief. Daarom hebben ze in Bolivia de serviñacu uitgevonden. Een vorm van proefhuwelijk is dat, waarbij man en vrouw een half jaar tot een jaar samenleven. Braadt de haring niet, dan gaan ze zonder verdere plichtplegingen uit elkaar. Zijn er ondertussen kinderen uit voortgekomen, dan is het de taak van de man om daarvoor te zorgen. Al acht jaar zit Alfredo in serviñacu, grinnikt Martín – met twee kinderen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1824y.jpg

 

Even na twaalf, op zo’n 15 km van Salo, stokt de motor van de jeep. Prompt duikt Alfredo onder de motorkap. In vijf minuten is het euvel hersteld – wat het ook geweest mag zijn.

Dat viel wat tegen, want eigenlijk hadden ze op een half miljoen gerekend

Een overval hebben we tijdens dit oponthoud niet te duchten, maar ooit was dat anders. Want hier, aan de voet van de Huaca Huañusca, de Heuvel van de Dode Koe, pleegden Butch Cassidy en Sundance Kid hun allerlaatste wapenfeit. Op 4 november 1908 overvielen ze er een konvooi muilezels dat 90 000 dollar aan lonen voor mijnwerkers transporteerde. Dat viel wat tegen, want eigenlijk hadden ze op een half miljoen gerekend. Wat ook tegenviel, was het feit dat de politie en het leger hen nu op de hielen zat – evenals een horde boze mijnwerkers zonder loon. Verder dan San Vicente geraakten ze niet. Misdaadfanaten kunnen er nog steeds hun graven bezoeken. Of de american bandits die daar begraven zijn, effectief Robert LeRoy Parker en Harry Alonzo Longabaugh zijn – zoals de heren in werkelijkheid heetten – daar bestaat nog steeds twijfel over. Al wil de Boliviaanse toeristische dienst dat niet geweten hebben. Stel je voor dat de mythe doorprikt zou worden.

Op 4 067 m markeert een apacheta het hoogste punt van de pas. Een piramide van losse stenen is dat, vaak met offers van cocablaadjes en alcohol. Zo betuigen reizigers hun dank voor een veilige doortocht aan Pachamama en aan de Apus, de geesten van de bergen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1850y.jpg

Vicuña’s

Zelfs op zondag zijn ze hier aan de weg aan het werken. Onze eerste vicuña’s maken hun opwachting. Steeds staat er eentje op de uitkijk, om te verwittigen voor vossen en poema’s.

Even voor één gaan Alfredo en Martín op zoek naar een beschutte plek om te lunchen. Dat zit meteen fout, we worden er net niet weggeblazen door de gierende wind. Beslist wordt om in Atocha te eten, dat is nog anderhalf uur rijden.

Dan duiken in een bocht de houten huisjes van Tolamayu op, een zinkmijn 4 115 m hoog. Alfredo vraagt en krijgt toestemming om hun eetzaaltje te gebruiken. We krijgen zowaar tafels en stoelen ter beschikking. Martín snijdt de lunchboxen aan. Er komen pitabroodjes te voorschijn, kaas, ham, tomaten, uien, komkommer, drank en zelfs een heus tafellaken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1863y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1867y.jpg

 

Met nog 140 km voor de boeg zetten we even voor twee onze weg verder. Zelfs een watervalletje in het beekje is bevroren. Enkele verlaten huisjes langs een kreek herinneren aan de goudwinning die hier vroeger tijdens het regenseizoen plaatsvond. Semi-nomaden waren dat – ‘s zomers waren ze hier aan de slag, ‘s winters in de vallei.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1881y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1878y.jpg

 

Lege velden liggen er verlaten bij. Amper een maand geleden is hier de quinoa geoogst. Een kudde van enkele tientallen lama’s trekt voorbij, onder de hoede van een herder, een meisje van 5 tot 6 jaar – wellicht zijn dochter – en een hond.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1901y.jpg

Herder met kudde en dochtertje

Terwijl we de Río Atocha naderen, verheft zich in de verte een rotsmassief dat wel een basiliek met twee torens lijkt. Punta Mogote noemt Alfredo de merkwaardige structuur.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1907y.jpg

Punta Mogote

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1912y.jpg

Bedding van de Río Atocha

In een brede meander aan de voet van de berghelling ligt het stoffige Atocha. Het stadje laat Alfredo links liggen, Ruta 14 eveneens. Hij prefereert de brede, vlakke rivierbedding boven het grillige grindparcours. Over zandbanken en door ondiepe watergeulen zetten we onze tocht verder. Soms kan de vallei de vergelijking doorstaan met wat we in Argentinië gezien hebben.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1937y.jpg

 

Een wegwijzer lijkt ons naar het stationnetje van het verlaten mijnwerkersstadje Chocaya te lokken, maar Alfredo weet beter. Bijna een half uur duurt het vooraleer we uit de rivierbedding weg klimmen en weerom Ruta 14 vervoegen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1961y.jpg

Río Salado – De rivierbedding

Dat de puna er zit aan te komen, merken we aan de wijzigende vegetatie. Op de kurkdroge, zanderige bodem weten vooral grote pluimbosjes zich te handhaven. Paja brava noemen ze dat lange witte gras. Ze gebruiken het als veevoeder voor lama’s, maar ook als dakbedekking. Ook groene tolastruiken die als brandstof gebruikt worden, slagen er in stand te houden in dit koude klimaat.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1965y.jpg

Río Salado – Het dorpje

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1951y.jpg

 

Aan haar zoute water dankt de Río Salado haar naam – Zoute Rivier. De kleine nederzetting die over de immense, grotendeels droge bedding uitkijkt, heeft er dezelfde naam aan over gehouden. Kort na vier verpozen we er even en observeren hoe het schaarse verkeer de watergeultjes kruist. Tijdens het regenseizoen deze rivier oversteken lijkt volslagen onmogelijk.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2015-07-11 Argentinie - Bolivie - Chili\19 Naar Uyuni\AGBC1973y.jpg

Zandwoestijn

Steeds desolater wordt het landschap. Gaandeweg neemt het de vorm van een zandwoestijn aan. Landbouw kan je hier beslist niet bedrijven. Toch naderen we het stadje Uyuni, een toeristisch centrum met 40 000 inwoners.

Amper tien jaar geleden stond alle bedrijvigheid in het teken van de zout- en lithiummijnen

Maar dat is niet altijd zo geweest. Amper tien jaar geleden telde Uyuni niet meer dan vijf- tot zesduizend inwoners. Alle bedrijvigheid stond toen in het teken van de zout- en lithiummijnen. De stad was een belangrijk knooppunt voor de spoorwegen, met een lijn naar Potosí en naar Oruro, en ook eentje naar de Atlantische Oceaan via het Chileense Calama. Maar die treinen vervoerden enkel vrachten voor de mijnbouw.

Van toerisme was geen sprake, dat is een recent verschijnsel van de laatste tien tot vijftien jaar, aldus Martín. Tegenwoordig doen ze er alles aan om toeristen aan te trekken. Van de onverharde Ruta 14 zijn ze hier zelfs een brede geasfalteerde baan aan het maken.

Verscheidene objecten langs de Avenida Ferroviária herinneren ons aan het spoorverleden van Uyuni. Aan de rand van de stad is er zelfs een Cementerio de Trenes, een kerkhof van afgedankte treinstellen.

Half zes is het als we hotel Los Girasoles bereiken. Die naam herinnert er ons op subtiele wijze aan dat de zonnebloem van oorsprong een Amerikaanse plant is. Centrale verwarming is aanwezig, maar mazout niet – de blokkade, weet u wel. Omdat het tijdens een winterse nacht behoorlijk koud kan zijn als je je 3 670 m boven de zeespiegel bevindt, krijgen we een heteluchtkacheltje mee naar de kamer.

In restaurant 16 de Julio in de Avenida Arce laten ze zich door de koude niet afschrikken, ze zitten er in dikke jassen ingeduffeld te eten. Bij wijze van tegemoetkoming krijgen we een warmtestraler op ons gericht. We laten er ons verleiden door een pique macho, een typisch Boliviaans gerecht – rundvlees, worstjes, aardappelen, ui, eieren, mosterd, mayonaise, ketchup en locoto, een chilipeper. Dat alles wordt in forse porties op het bord gestapeld – macho noemen ze dat hier.

Top

Jaak Palmans
© 2015, 2017 | Versie 2021-11-04 11:11

 

Lees het vervolg in (5/6)

Zoutmeren, vulkanen en een snuifje borax