De man van het oerwoud

Maleisië | Anno 2016

 

Zaterdag 2 april | Sandakan

Zondag 3 april | Sepilok

Maandag 4 april | Sandakan – Sukau

Dinsdag 5 april | Sukau

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\53 Borneo\Bronversies\5304 (jpg) Kinabatangan.jpg

 

Zaterdag 2 april | Sandakan

Links in de verte maakt de rafelige, vaalgrijze kam van Gunung Kinabalu zijn opwachting, met 4 095 m de hoogste berg van Borneo. Even later landen we op Lapangan Terbang Sandakan, op de kust van de Zee van Sulu. Een bijna wolkeloze hemel geeft er de zon vrij spel. Ooit was dit luchthaventje niet meer dan een militaire airstrip, in 1942 door Britse en Australische krijgsgevangenen in pure slavenarbeid aangelegd.

Hier, in Sandakan, liggen de Filipijnen bijna binnen handbereik. In vogelvlucht is de Filipijnse hoofdstad Manilla maar half zo ver verwijderd als de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het hier stikt van de illegale Filipino’s uit het woelige Mindanao, de meest zuidelijke eilandengroep van de Filipijnen, waar islamitische opstandelingen al een halve eeuw een verbeten strijd tegen de overheid voeren.

Piraterij viert er hoogtij, ontvoeringen zijn er aan de orde van de dag

Maar op de ogenschijnlijk idyllische Zee van Sulu is er meer aan de hand. Piraterij viert er hoogtij, ontvoeringen zijn er aan de orde van de dag. Dat is ook de reden waarom we de korte oversteek naar het nationaal park op de Schildpadeilanden niet meer kunnen wagen. Het risico op ambras is te groot.

Piekfijn uitgedost in zijn rangeruniform – inclusief pet met nekbescherming – staat Eric ons kaarsrecht als een plank op te wachten. De komende vier dagen zal hij onze toeverlaat zijn, meticuleus en stipt als een rots in de branding.

Irix is zijn tribale naam. In 1951 is zijn vader vanuit de Filipijnen naar Sabah uitgeweken om hier als houtkapper aan de slag te gaan. Op Brits verzoek, voegt hij er in één adem aan toe. Zo snijdt hij meteen onze foute perceptie de pas af – dat hij van een illegale immigrant zou afstammen. Zijn Maleisische vrouw behoort tot de Kadazan-Dusun

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2571y.jpg

Sim Sim – Paalwoningen

Met Sam aan het stuur van de bus zakken we via de kustweg naar het stadscentrum af. Bij de ingang van de baai duiken de paalwoningen van Sim Sim op. Vele honderden zijn het er. Tot driehonderd meter ver in zee reiken de betonnen paadjes, waarlangs de houten paalwoningen met golfplaten dak zich aan beide zijden aaneenrijgen als bessen aan een tak. Hier wonen is een stuk goedkoper voor de arme Filipino’s. Grond hoef je immers niet te kopen als je boven water bouwt. Aan de overkant van de weg, aan de voet van de helling, staat het islamitische gebedshuis Surau Al-Furqan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2460y.jpg

Sandakan – Haven

Kwart voor zes is het reeds als we het hotel bereiken, pal op de oever van Sandakan Bay, 26 verdiepingen hoog. Voor de hoteldeur heeft een gewapende politieagent postgevat. Als er piraten opdagen, legt Eric uit, dan komen ze – oh verrassing – van op zee. Met een brede armbeweging wijst hij naar de mangrovebossen aan de overkant van de baai, waar zich een verdoken vaargeul zou bevinden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2461y.jpg

Met zijn airstrip en zijn zeehaven was Sandakan een belangrijk steunpunt voor de Japanners

Op het einde van de tweede wereldoorlog kreeg Sandakan het nogal zwaar te verduren. Vooral geallieerde bombardementen teisterden de stad. Met zijn airstrip en zijn zeehaven was dit immers een belangrijk steunpunt voor de Japanners.

Na de oorlog is de stad heropgebouwd. Niet gehinderd door enige vorm van creatieve inspiratie hebben de bouwheren het rechthoekige stratenplan met beton volgestort.

Een saai zootje is het geworden. Dat blijkt meteen tijdens onze avondwandeling. Straatverlichting is vrijwel onbestaande, wat de steriele gebouwen nog somberder maakt. Tijdens de nachtelijke uren zouden de ratten het op straat voor het zeggen hebben.

Doorgaans zijn de benedenverdiepingen als winkelruimte of kantoor ingericht. Opvallend veel banken zijn er. Het geld dat daar binnenkomt, wordt niet in Sandakan verdiend, maar op de plantages in het binnenland.

Op de bovenverdiepingen huizen soms tien tot vijftien familieleden van drie generaties in één appartementje samen. Tot op het einde van de vorige eeuw kon je hier en daar zelfs voor kinderprostitutie terecht. Mooie meisjes uit het Indonesische Soerabaja waren nogal gegeerd.

De koloniale sfeer wordt er hardnekkig in stand gehouden, inclusief croquetgrasveldje

Voor het avondmaal trekken we de heuvels in. Daar, op het hoogste punt, hield indertijd een officier nauwgezet de bewegingen van aankomende en vertrekkende schepen in de gaten. Zijn ambtswoning is tegenwoordig een English Teahouse & Restaurant. De koloniale sfeer wordt er hardnekkig in stand gehouden, inclusief croquetgrasveldje. Met stijve bovenlip gaan we aan tafel.

Top

Zondag 3 april | Sepilok

Vier personen ontvoerd in Semporna, meldt The Borneo Post vandaag op zijn voorpagina. Een klein vissersdorpje is dat, befaamd om zijn duik‑ en snorkeltoerisme, op de kust van de Zee van Sulu, hier ongeveer driehonderd kilometer vandaan. Losgeld zou het motief zijn van de piraten, en etnische Chinezen zouden daarvan het slachtoffer zijn, meent de krant te weten.

Afgezien van dat bericht, is er vrijwel geen wolkje aan de hemel. De zon straalt, en dat is maar goed ook. Want één van de hoogtepunten van de reis zit er aan te komen – onze kennismaking met de orang-oetan, de man van het oerwoud.

Een gedegen asfaltweg met tweemaal twee rijstroken voert ons door de laaglandjungle naar Mile 14. Die lapidaire vermelding volstaat om de plaats van onze bestemming aan te duiden, want er is maar één weg en die hoor je gewoon veertien mijl te volgen – iets meer dan 22 km dus. Zo bereik je Sepilok.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1964y.jpg

Sabah – Sepilok Orangutan Rehabilitation Centre – De man van het oerwoud

Daar bevindt zich het fameuze SORC, het Sepilok Orangutan Rehabilitation Centre. Sedert 1964 bereiden ze hier jonge orang-oetans op hun terugkeer naar de echte wildernis voor.

Want babyorang-oetans worden weleens te koop aangeboden – ze zijn zo lief, mijnheer. Pakweg acht jaar later kan de koper met het volwassen dier echter geen kant meer uit en belandt het gegarandeerd in een kooi.

Plantageboeren krijgen het daarvan op hun heupen en schieten de indringers genadeloos af

Ook elders vallen er slachtoffers. Vruchten van een oliepalm, daar kan een orang-oetans niet van afblijven. Zo belanden ze in een palmolieplantage, niet gehinderd door enige vorm van omheining. Plantageboeren krijgen het daarvan op hun heupen en schieten de indringers genadeloos af. Is het een wijfje dat gedood wordt, dan blijft er meestal een weesje achter.

Zulke dieren, daarover ontfermt het SORC zich in dit stukje regenwoud van amper 43 km² - ongeveer de oppervlakte van de gemeente Koksijde. Geleidelijk kunnen ze er van mensen afkicken en stap voor stap de vaardigheden ontwikkelen die noodzakelijk zijn om in het wild te overleven.

Tweemaal per dag worden de orang-oetans gevoederd. Om 10 u. en om 15 u. stipt verschijnen melk en bananen op het voederplatform. Of er dieren komen opdagen, is niet te voorspellen. Altijd hetzelfde kostje is bovendien nogal eentonig. De bedoeling is uiteraard dat ze zich gaandeweg interesseren voor wat in de natuur voorhanden is – vijgen, bosvruchten en zelfs bladeren.

Zodra die interesse gewekt is, wordt het dier naar de omgeving van een ander platform overgeplaatst. Daar wordt slechts eenmaal per dag voedsel aangereikt, voor de rest moet de orang-oetan zijn plan trekken.

De bedoeling van de tussenkomst van de mens is deze tussenkomst overbodig te maken

Zodra de orang-oetan ook hier niet meer komt opdagen, is het proces voltooid. Het dier is klaar om in het wild vrijgelaten te worden. De bedoeling van de tussenkomst van de mens is dus deze tussenkomst overbodig te maken.

Tijd voor wat taxonomie. Halfapen zoals de lemuren staan in het universum der primaten het verst van de mens. Iets dichterbij staan de apen, zoals de mutslangoeren, de makaken en de neusapen die we in Baku ontmoetten. Gibbons worden reeds tot de mensachtigen gerekend. Binnen het clubje van de mensapen ten slotte staan de chimpansee en de bonobo het dichtst bij homo sapiens, gevolgd door de gorilla en de orang-oetan.

Wat mensapen zo bijzonder maakt te midden van al die primaten, is onder meer hun relatief groot hersenvolume in verhouding tot hun lichaamsvolume, en hun opponeerbare duim die een fijne vingermotoriek mogelijk maakt. Ook lopen ze geregeld op hun achterste poten. Nog een anatomisch detail onderscheidt hen – ze hebben geen staart.

Dat lage voortplantingsritme speelt de soort serieus parten

Terug naar de orang-oetans. Wijfjes wegen 30 tot 50 kg, mannetjes zelfs 70 tot 80 kg. Dat is niet niks – de orang-oetan is het zwaarste dier dat in de bomen leeft. Toch leiden ze een zwervend bestaan. In de vrije natuur kunnen ze op één dag een gebied van een halve vierkante kilometer bestrijken. ‘s Avonds maken ze dan een nest, 30 tot 40 m hoog in een boom. Amper vijf tot zes minuten hebben ze daarvoor nodig.

Vanaf tien jaar zijn ze geslachtsrijp. De mannetjes krijgen dan secundaire geslachtskenmerken, waaronder plaatjes aan de wangen, en gaan er vervaarlijk uitzien. Een paartijd kennen ze niet, ze hebben het ganse jaar door goesting – althans de mannetjes. Ze paren in de missionarishouding – niets menselijks is hun vreemd. Het wijfje is acht tot negen maanden drachtig. Na de geboorte blijft het jong twee tot drie jaar bij de moeder. Zodra het een perfect nest kan bouwen, is het de hort op.

Niet meer dan vijf jongen werpt een wijfje in de loop van haar leven. Dat lage voortplantingsritme speelt de soort serieus parten, nu ze belaagd wordt door voortschrijdende ontbossing, expansieve palmolieplantages en zelfs lieden die jacht maken op de jonge dieren. In Borneo leven er naar schatting nog ongeveer 55 000 orang-oetans, in het Indonesische Sumatra hooguit 7 000.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1880y.jpg

Lampongaap

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1900y.jpg

Eekhoorn

Kwart voor negen is het als Sam zijn bus voor het SORC parkeert. Meteen duiken we de filmzaal in, waar The Man of the Forest voor ons klaar staat, een film van Tv in the Tree Productions.

Over 760 orang-oetans heeft het SORC zich tot op heden ontfermd, zo vernemen we. Daarvan zijn er 620 terug in het regenwoud uitgezet – een succesratio van bijna 82 %.

De film volgt het wedervaren van nummer 682. Hoe de jonge orang-oetan bij een bedremmelde familie opgehaald wordt, hoe hij medisch opgevolgd wordt, hoe hij dagelijks gevoed wordt, hoe de teugels geleidelijk gevierd worden, hoe hij in het regenwoud uitgezet wordt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1921y.jpg

Hun entree heeft iets gracieus, iets plechtigs, alsof ze er zich van bewust zijn dat ze de sterren zijn van deze act

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1926y.jpg

 

Het antropomorfe van de orang-oetans wordt sterk in de verf gezet. 96,4 % van hun DNA is gelijk aan dat van de mens. Ongeveer 20 000 orang-oetans weten zich momenteel in Maleisisch Borneo te handhaven.

Genoeg theorie, we popelen om de dieren aan de slag te zien. We volgen een stevig plankenpad het bos in, niet zonder ons eerst nauwgezet te laten registreren door een parkwachter en onze handen met een ontsmettend product in te wrijven. Zelf hebben we alles wat enige geur verspreidt, in de bus moeten achterlaten.

Een stille jongeman heeft ondertussen ons gezelschap vervoegd. Zekhuis heet hij, maar we mogen hem Zek noemen. Hij is thuis in de lokale flora en fauna, en zal als natuurgids optreden. Of we hem als hulpje van Eric moeten zien, of als stagiair, is niet meteen duidelijk.

Van op het bezoekersplatform staan we naar een leeg platform tussen de bomen te staren. Het is er vrij druk, een honderdtal toeschouwers delen onze belangstelling. Vanuit het omringende gebladerte convergeren talloze klimtouwen naar een platform waar het spektakel zich zal afspelen.

Maar dat is voor straks. Voorlopig neemt een blauwzwarte eekhoorn met rode buik in zijn eentje het voorprogramma voor zijn rekening. Via één van de touwen tippelt hij naar het platform en snuffelt wat rond tussen het voedsel. Vrij snel houdt hij het voor bekeken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1935y.jpg

Orang-oetan aan het ontbijt

Dan maken twee orang-oetans hun opwachting. Kalmpjes zakken ze langs een touw naar het podium af, onverstoorbaar aan hun vier poten hangend. Hun entree heeft iets gracieus, iets plechtigs, alsof ze er zich van bewust zijn dat ze de sterren zijn van deze act.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1969y.jpg

 

Het zijn wijfjes, één van beide is zwanger. Ze nestelen zich op het podium en zetten zich aan het schranzen. Het zwangere wijfje gaat er zelfs bij liggen, met in beide voorpoten stukjes fruit. Zelfs in een achterpoot heeft ze een lekker hapje klaar, dat ze hoog boven haar hoofd klaar houdt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1991y.jpg

Handen te kort voor al dat voedsel

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1984y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN1992y.jpg

 

Behoedzaam daalt een lampongaap via het touw naar het platform af. Een makaak met een korte, varkensachtige staart is dat. De veel grotere orang-oetans zullen haar wel wat kruimels van het festijn gunnen, dat weet ze, maar dan mag ze niet te opdringerig zijn. Ook een java-aap, een makaak met een lange staart, waagt zich op het platform.

Snel grijpen ze enkele stukjes fruit en gaan er dan op een veilige afstand aan de rand van het platform aan zitten peuzelen. Het deert de orang-oetans niet. Ze hebben hun buik vol en klimmen via de touwen terug het regenwoud in, even cool als ze gekomen zijn.

Nu durft ook een wijfje met haar jong het platform te betreden. De java-aap doet zich aan de bananen te goed terwijl haar jong wezenloos toekijkt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2102y.jpg

Java-aap met jong

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2035y.jpg

Lampongaap

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2107y.jpg

Lampongaap (m en v)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2081y.jpg

Lampongaap

Een lampongmannetje verschijnt ten tonele. De banaantjes interesseren hem, maar het wijfje dat daar zit te smikkelen, ook. Terwijl hij copuleert, knabbelt hij rustig aan zijn banaan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2044y.jpg

Via de touwen klimmen ze terug het regenwoud in, even cool als ze gekomen zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2053y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2036y.jpg

 

De coaching van de orang-oetans beperkt zich niet tot het verstrekken van melk en bananen. Dat kunnen we in de Outdoor Nursery vaststellen. Weerom ligt er wat voedsel op een plateau, maar daar is het hier niet om te doen. Een handvol orang-oetans leeft er zich uit op touwen, klimpalen, netten, autobanden. Kleintjes zijn het, ze barsten van de speelse energie. Eentje doet zelfs een drievoudige koprol, tot groot jolijt van het publiek.

Telkens ze zich iets te lang op de grond ophouden, port een parkwachter hen aan

Maar telkens ze zich iets te lang op de grond ophouden, port een parkwachter hen aan. Klimmen moeten ze, de hoogte in. Want daar bevindt zich hun natuurlijke biotoop. Alleen op die manier doen ze genoeg ervaring op om ooit in de vrije natuur te overleven.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2115y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2119y.jpg

 

Een koel drankje in de cafetaria is welgekomen, vooraleer we onze volgende wandeling aanvatten – ook al is dat niet veel meer dan twee kilometer heen en terug. De atmosfeer is zwoel, de temperatuur moet om en bij 35 °C bedragen.

Dan gaat het naar het Bird Trail. Vogels zien, dat is de belangrijkste reden waarom je dit pad volgt. Informatieborden beschrijven de vele vogelsoorten die je langs dit pad kan observeren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2177y.jpg

Lampongaap

Een aanlokkelijk vlonderpad voert ons het regenwoud in, maar driehonderd meter verder is het gedaan met het comfort. Over dikke boomwortels kronkelt het paadje nu op en neer tussen de torenhoge tropische reuzen. Een lampongaap observeert ons van tussen het gebladerte. Een bleekblauw krabspinnetje tippelt over het hout.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2193y.jpg

Dipterocarpen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2192y.jpg

Regenwoud

Laaglandregenwoud is dit, met dikke, machtige bomen die vaak boven het gemiddelde bladerdek uitsteken. In Sabah tref je de hoogste tropische bomen ter wereld aan.

In Sabah tref je de hoogste tropische bomen ter wereld aan

Het gros van die bomen behoort tot de familie der dipterocarpen. Daar hadden wij nog nooit van gehoord, maar ze blijken typisch te zijn voor de Zuidoost-Aziatische regenwouden. In Afrika en Amerika zijn het daarentegen bomen van de vlinderbloemenfamilie die de regenwouden domineren. Hun zaadjes zitten opgeborgen in peulen die openspringen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2250y.jpg

Echte libel

De zaadjes van dipterocarpen daarentegen zijn doorgaans van twee vleugeltjes voorzien, soms meer. De familie dankt er haar naam aan. Bloeien doen deze bomen uiterst zelden, hooguit één of twee keer om de tien jaar. Maar als ze bloeien, is het feest, want dan doen alle bomen in de wijde omgeving er aan mee.

Vreemde, kalkkleurige cilindertjes rijzen als piepkleine koeltorentjes van een tiental centimeter hoog tussen het dorre gebladerte op. Moddertorentjes zijn dat, zij herinneren ons aan de hoogst merkwaardige levenscyclus van de zangcicaden die ons dagelijks muzikaal begeleiden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2208y.jpg

Moddertorentjes van zangcicaden

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2220y.jpg

 

Hun eitjes zetten de zangcicaden in scheurtjes in planten af. Zodra die eitjes uitkomen, laten de nimfen zich vallen en graven ze zich in de grond in. Daar leven ze in volkomen anonimiteit op de wortels van bomen. De moddertorentjes doen dienst als verluchtingskanaal.

Na een vast aantal jaren komen ze aan de oppervlakte tevoorschijn. Bij veel soorten is dat een priemgetal – met name 13 of 17 jaar – zodat natuurlijke vijanden met een kortere levenscyclus van twee tot vijf jaar onmogelijk steeds opnieuw synchroon met de nimfen het levenslicht kunnen zien. Mocht dat wel het geval zijn, dan was de genocide op de nimfen niet te overzien.

Mocht dat wel het geval zijn, dan was de genocide op de nimfen niet te overzien

Eens boven de grond, kruipen de nimfen tegen een stam of een stengel omhoog. Daar vervellen ze voor de allerlaatste keer en vliegen dan als volwassen zangcicaden naar hun allereerste concert. Zulke vervellingscocons zullen we tijdens onze tocht geregeld tegen een boom of plant zien plakken.

Maar vogels zijn er nog steeds niet te bespeuren op dit Bird Trail. Tijd zat dus om ons – heel even maar – over fotosynthese te buigen, het proces dat het overgrote deel van de organismen rondom ons van energie voorziet.

Water valt hier geregeld met bakken uit de hemel, koolstofdioxide is in de omringende lucht voorhanden. Net die twee stoffen worden door fotosynthese in glucose en zuurstof omgezet. De energie die daarvoor nodig is, wordt dag in dag uit gratis door de zon geleverd – zelfs zonder Turteltaks. Het is het bladgroen of chlorofyl, dat die zonne-energie weet om te zetten in een vorm die de chemische reactie aanstuurt. Zo weten we meteen waarom al die planten een groen jasje hebben.

Met de glucose die daaruit voortkomt, kan de boom aan de slag om cellulose te produceren, een van de belangrijkste bestanddelen van hout, noodzakelijk voor de groei. En de vrijgekomen zuurstof, daar profiteren andere levende wezens dan weer van, in het bijzonder de zoogdieren.

Overigens is deze cellulose slecht afbreekbaar. Zoogdieren kunnen dat polymeer in het geheel niet verteren, tenzij ze over een bierbuik vol micro-organismen beschikken – zoals de neusaap, bijvoorbeeld.

Want voor hun spijsverteringsprobleem hebben de termieten een sluwe oplossing gevonden

Zo komen de termieten in beeld. Zij zijn evenmin in staat hout te verteren, maar toch slepen ze karrenvrachten hout hun termietenheuvel binnen. Want voor hun spijsverteringsprobleem hebben ze een sluwe oplossing gevonden. Op dat hout zetten ze schimmels aan het werk. Die verteren het hout wel en produceren aan de lopende band sporen om zich voort te planten. En dat is nu net wat de termieten zelf als voedsel nodig hebben.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2190y.jpg

Vlekkeelspecht

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2181y.jpg

 

Van heel ver bereikt een kloppend geluid onze oren. Horen we daar een specht? Het duurt eventjes vooraleer Eric en Zek de schuldige in het vizier hebben. Enkele tientallen meters van ons vandaan hangt inderdaad een vlekkeelspecht tegen een boomstam te timmeren.

Half een is het als we de houten uitkijktoren op het einde van het Bird Trail bereiken en de vijftig treden naar boven beklimmen. Tientallen vogels laten zich horen, maar we zien er geen enkele. Ongetwijfeld zitten die zich om de hoek een breuk te lachen om onze naïviteit – bij deze temperatuur omstreeks het middaguur naar vogels speuren, daar moet je goed gek voor zijn. We troosten ons met het fantastische uitzicht op de vele kaarsrechte kanjers die zich boven het bladerdak verheffen en keren terug naar het hoofdkwartier.

Hoog in een boom ontwaren we het verlaten nest van een orang-oetan. Een kloeke constructie is het, niet verbazend als je bedenkt hoe zwaar die dieren zijn.

Bij herhaling probeert het wijfje aan het beukende mannetje te ontkomen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2229y.jpg

Parende orang-oetans

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok\Best Of\BORN2260y.jpg

Mot

Maar dat is niet half zo interessant als wat zich verderop afspeelt. Twee orang-oetans zitten niet al te hoog in een boom te rampetampen. Ze doen het volgens het boekje – in missionarishouding dus. En het gaat er nogal heftig aan toe. Het wijfje heeft er al lang haar bekomst van, zoveel is duidelijk. Bij herhaling probeert ze aan het beukende mannetje te ontkomen. Maar die heeft daar geen oren naar. Een regelrechte verkrachting dus.

Een goudgele mot van wel vijftien centimeter zit roerloos op een groene plant. In beide vleugels heeft ze een vreemd gat, alsof de natuur haar van namaakogen heeft voorzien om vijanden af te schrikken.

Beren hebben het in Azië niet onder de markt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2276y.jpg

Bornean Sun Bear Conservation Centre – Maleise beer of honingbeer

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2265y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2309y.jpg

Beren hebben het in Azië niet onder de markt. Ontbossing en de handel in huisdieren zijn dan nog het minste kwaad. Dansende lippenberen in India, zwarte beren wier galblaas permanent afgetapt wordt voor gebruik in de traditionele Chinese geneeskunde – de hallucinante beelden zijn bekend.

Maar ook de uiterst zeldzame Maleise beer krijgt het hard te verduren. Sedert 2008 probeert het nabijgelegen Bornean Sun Bear Conservation Centre daar iets aan te doen. Een holistische benadering noemen ze het. Niet alleen dierenwelzijn en rehabilitatie zijn hun bekommernis, maar ook onderwijs en onderzoek.

Dat deze kleinste beer ter wereld zich graag in de bomen ophoudt en een uitstekend klimmertje is, daar kunnen we niet naast kijken – er hangt er eentje op z’n dooie gemak tegen een boompje. Karakteristiek is de bleke, hoefijzervormige vlek op zijn borst.

Honingbeer noemen ze hem ook wel, omdat hij erg op honing belust is. Zijn lange tong – 20 tot 25 centimeter – komt hem goed van pas als hij aan een honingraat zit te smeulen.

Maar hier moet hij het met een kokosnoot stellen, en dat gaat hem niet zo goed af. Het heeft heel wat voeten in de aarde vooraleer hij de schil aan stukken kan rijten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2347y.jpg

Jonge orang-oetan probeert een graantje mee te pikken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2372y.jpg

 

De tweede voederbeurt van de orang-oetans zit er aan te komen, we reppen ons terug naar het SORC. Twee orang-oetans zijn er al aan het smullen, een wijfje en een jong. Het jong moet op zijn tellen passen, want het wijfje is erg possessief als het op voedsel aankomt. Af en toe weet hij haar iets te ontfutselen, tot groot jolijt van het publiek.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2376y.jpg

Geduld loont

Ook in de Outdoor Nursery is het nu wat minder druk. Jonge orang-oetans leven zich uit aan de touwen. Er daagt een wijfje met een jong op – heel uitzonderlijk is dat, weet Zek.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2356y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2358y.jpg

 

Lange tijd was het Rainforest Discovery Centre gesloten voor het publiek. Het maakte immers deel uit van het reservaat van 43 km². En dat was aan de orang-oetans voorbehouden. In 2005 ging het dan toch open, aanvankelijk enkel voor educatieve doeleinden, later in 2012 ook voor vogelobservatie.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2435y.jpg

Nestvaren

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\13 Sepilok (herschikt)\Best Of\BORN2392y.jpg

Neushoornvogel

Daartoe is er een Canopy Walk uitgebouwd. Geen smalle plankjes ditmaal, die aan touwen hangen te wiebelen, maar wel een forse metalen constructie. De tropische reuzen, de ficussen, de lianen, de nestvarens, het schitterende coloriet van het gebladerte in de ondergaande zon weten ons te boeien. Maar de vogels, die sturen weerom hun kat. Op een solitaire neushoornvogel na.

Top

Maandag 4 april | Sandakan – Sukau

Veel kunnen ze ons over vissen niet meer leren, nu we de markten van Kota Kinabalu en Serian afgedweild hebben. Dat dachten we althans. Maar wat we op de markt van Sandakan onder ogen krijgen, tart eens te meer onze verbeelding. En al die vreemde creaturen zijn eetbaar, naar we aannemen, want ze gaan vlot over de toonbank.

In gedroogde vorm, maar vooral dagvers liggen ze uitgestald, op stenen tafels, in emmers, in bakken, op de grond zelfs. IJskoeling is onbestaande, hier kom je best vroeg in de ochtend je aankopen doen.

Duurzaamheid staat niet in het woordenboek van de vissers. Niets ontsnapt aan de fijne mazen van hun visnetten, ook de kleinste visjes niet. In zulke omstandigheden hebben de soorten het moeilijk zich voort te planten. Op termijn kan dat een probleem worden.

En al die vreemde creaturen zijn eetbaar, naar we aannemen, want ze gaan vlot over de toonbank

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\Werkmap\BORN2469x.jpg

Sandakan – Vismarkt

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\Werkmap\BORN2502x.jpg

 

Maar voorlopig is daar niets van te merken. De markt puilt uit van het aanbod. Kleurrijke trekkervissen liggen er. Ze zijn zeer territoriaal ingesteld en schromen zich niet te bijten om hun nest te verdedigen. Nog bonter zijn de papegaaivissen. Griezelig is dan weer de vleermuisvis die zich op de zeebodem thuis voelt en met zijn vinnen als pootjes door het zand tippelt.

Een te duchten rover is de grote barracuda met zijn vervaarlijke tanden. In deze wateren zwemt hij in scholen rond de koraalriffen. Kanjers van bijna anderhalve meter lang en 20 tot 30 kg zwaar liggen hier op een koper te wachten.

Ook een kanjer, maar dan met een vreedzame inborst is de napoleonvis. In Oost-Aziatische keukens leggen ze hem graag in de pan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\Werkmap\BORN2483x.jpg

Haaienvinnen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\Werkmap\BORN2472x.jpg

Pijlinktvissen

Als grijze mutsjes op een rij hangen een tiental roggen met hun vleugels netjes over een muurtje. Een pijlstaartrog boezemt ontzag in met zijn lange stekel. Dozijnen pijlinktvisjes herinneren ons dan weer aan hun grote broers uit de diepzee. En aan de fabelachtige kraken uit de zeemanslegenden.

Stapeltjes haaien liggen er, vooral rifhaaien. Aan het kraakbeen van deze vissen wordt medicinale waarde toegekend. Want haaien krijgen geen kanker, zo luidt het fabeltje. Dat haaien zoals alle levende wezens wel kanker krijgen – ze krijgen het zelfs in hun kraakbeen – belet niet dat ook in het westen vermalen haaienkraakbeen als middel tegen kanker aan de man gebracht wordt.

Haaienvinnensoep wordt in China al zo’n duizend jaar als een delicatesse beschouwd

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\Werkmap\BORN2488x.jpg

Haaien ontdaan van hun vinnen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2496y.jpg

Haaienvinnen te drogen gelegd

Sommige haaien zijn al van hun vinnen ontdaan, andere nog niet. Buiten op de kade liggen de vinnen in de zon te drogen. Haaienvinnensoep wordt in China al zo’n duizend jaar als een delicatesse beschouwd – een geintje van een keizer van de Songdynastie. Jaarlijks moeten miljoenen haaien dat met hun leven bekopen. En dan dienen hun vinnen niet eens om de soep haar smaak te geven, maar wel haar textuur, want het zijn de andere ingrediënten die de eerder flauwe smaak bepalen.

Nog zo’n delicatesse is het fameuze duizendjarige ei dat we op de groentemarkt aantreffen. Je neemt een ei van een kip, een eend of een kwartel, en wikkelt dat in een mengsel van klei, houtskool, ongebluste kalk, zout en rijstpellen. Dat goedje laat je enkele weken of zelfs enkele maanden rusten. Het resultaat is een donkergroene eierdooier in een bruine, zoute gelatine. Om van te likkebaarden, naar verluidt.

Het resultaat is een donkergroene eierdooier in een bruine, zoute gelatine. Om van te likkebaarden, naar verluidt

Ook gegeerd zijn de onrijpe noten van de arekapalm, beter bekend als de betelpalm. Die noten worden in stukjes gehakt, op een blaadje van betelpeper gelegd en met ongebluste kalk vermengd om het effect te versterken. Daar komt nog wat pruimtabak bij, en eventueel andere ingrediënten, om de bittere smaak te verfijnen. Het resultaat is een rode pasta die je langdurig in de mond kauwt. Je wordt er wat euforisch van. De lelijke rode tanden neem je er maar bij. En ook de vieze rode fluimen die overal de stoep sieren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2522y.jpg

Vissersboten

Tegen de kade liggen enkele vissersbootjes aangemeerd. Manden boordevol vis staan in volle zon op ontscheping te wachten. Filipino’s zitten krabbetjes te kuisen. Aantrekkelijk zijn hun arbeidsomstandigheden doorgaans niet. Soms mogen ze niet eens de boot verlaten, en krijgen ze enkel kost en inwoon.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2516y.jpg

 

Via scherpe haarspeldbochten stuurt Sam zijn bus steil tegen de heuvel op. We zijn op weg naar Puu Shih Jin, een Chinese boeddhistische tempel. Een vrij recente tempel is het, net geen dertig jaar oud. Aan weerszijden verwelkomt een rij van 25 staande Boeddha’s ons.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2546y.jpg

Puu Shih Jin

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2542y.jpg

Boeddha van Verleden, Heden en Toekomst

Op kousenvoeten schuifelen we over de glanzende bruine tegels de gebedshal in. Gelovigen zijn er niet. Drie vergulde Boeddha’s kijken van tegen de bonte altaarwand op ons neer – de Boeddha van het Verleden, het Heden en de Toekomst. Een paneel achter glas somt de namen van de gulle gevers op. In dalende volgorde, met de grootste schenking bovenaan – 200 000 ringgit of ruim € 44 000.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2536y.jpg

Sandakan, Zee van Sulu

Indrukwekkend is het uitzicht over het zonnige Sandakan en zijn haven. Dat moet ook Agnes Keith gedacht hebben, toen ze zich op deze heuvel in een fraaie koloniale woning vestigde. Haar doorbraak kwam er met Land Below the Wind, waarin ze met veel humor en empathie het vooroorlogse Noord-Borneo en zijn bevolking beschrijft. Sedertdien heeft die poëtische titel zich tot officieuze kenspreuk ontwikkeld van Sabah, de provincie die zich inderdaad net ten zuiden van de geduchte tyfoonzone bevindt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2557y.jpg

Woning van Agnes Keith

De fraaie koloniale woning die we even na elf betreden, is niet het oorspronkelijke gebouw. Dat troffen de Keiths immers in puin aan, toen ze na meer dan drie jaar uit Japanse krijgsgevangenschap terugkeerden. Maar ze hebben hun woning in dezelfde stijl herbouwd, op precies dezelfde plek.

Het grote, vierkante bed is doelbewust centraal geplaatst – zoals een eiland in de zee, met meubels die tegen de wanden lijken te zijn aangespoeld

Op de benedenverdieping wordt de grote, open ruimte enkel door een brede trap in twee gedeeld. Tegen de wanden hangen foto’s van voor en na de oorlog. In de slaapkamer op de eerste verdieping is het grote, vierkante bed doelbewust centraal geplaatst – zoals een eiland in de zee, legt Agnes in één van haar brieven uit, met meubels die tegen de wanden lijken te zijn aangespoeld.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\14 Sandakan\BORN2559y.jpg

Sim Sim - Paalwoning

Half twaalf is het als we Seagull Sea Transport in Sim Sim opzoeken. Want voor de rest van de dag zullen we over water verder reizen. Eerst een twintigtal kilometer over zee tot aan de monding van de Kinabatangan, dan een zeventigtal kilometer stroomopwaarts over de rivier. Een quasi ongerept natuurgebied wacht ons daar, barstensvol inheems dierenleven. Ondertussen zal Sam met de bus een ommetje door het binnenland maken en ons in Sukau opwachten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2582y.jpg

Langs de kust van Sabah

Een paaldorp, daar verwachten we gammele toestanden, krakkemikkige daken, rotte planken. Niets is minder waar. Het waterdorp Sim Sim oogt comfortabeler dan ons westers vooroordeel doet vermoeden. Riant kan je de huisjes niet noemen, maar voor die op het vasteland moeten ze niet onderdoen. Op robuuste betonnen palen staan ze, ze lijken stormbestendig. Keurige betonnen paadjes, afgeboord met metalen relingen, verbinden de huisjes. Een weelde aan bloemen en planten siert de balkonnetjes, bonte waslijnen wapperen in de wind, schotelantennes kijken vol verwachting uit op de blauwe lucht.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2613y.jpg

Zee van Sulu – Vissen in de slipstream

Een half uurtje later varen we aan boord van twee overdekte bootjes het zeegat uit. Talloze boten liggen kriskras in de baai voor anker. Eenmaal op open zee wendt schipper Jennar de steven oostwaarts. Op volle kracht gaat het nu vooruit, de twee 85 pk-motoren stuwen ons tegen hoge snelheid langs de kust voort. Zilveren visjes worden hulpeloos boven water gekeild in de slipstream van de snelle boot.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2626y.jpg

Monding van de Kinabatangan

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2645y.jpg

Indische slangenhalsvogel

Dan verschijnt de monding van de Kinabatangan, de langste rivier van Sabah. Statig meandert ze door de jungle, tientallen meters breed. Aan weerszijden rijst een muur van groen tot ver boven onze hoofden. Bocht na bocht wisselt die vegetatie, met mangrovebosjes aan de binnenkant van de bochten en nipapalmen aan de buitenkant – daar spoelen immers de nutriënten aan.

In die mangrovebosjes willen zich weleens neusapen ophouden, maar ze maken zich snel uit de voeten. Ook enkele wouwen hebben het op onze brullende motoren niet begrepen en vliegen schichtig weg van een dorre tak.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2655y.jpg

Woningen langs de Kinabatanganrivier

Onverstoorbaar kijkt een Indische slangenhalsvogel over de omgeving uit. Hoog op een kale boom heeft hij geen moeite met ons kabaal. Als hij in het water naar een prooi op zoek is, steekt enkel zijn ranke nek als een slang boven het water uit. Hij dankt er zijn naam aan. Vaak zal je hem op een tak zien zitten, terwijl hij zoals een aalscholver zijn vleugels droogt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2751y.jpg

 

Vredig ligt het moslimdorpje Abai te midden van de jungle, volledig omsloten door een lus van de Kinabatangan. Kwart na één is het. Lunchtijd dus.

Maar eerst heeft de rivier nog een verrassing voor ons in petto. En wat voor een. In het dichte struikgewas op de linkeroever is zowaar een olifant gespot. Een onwaarschijnlijke buitenkans is dat, want deze zeldzame dieren krijg je vrijwel nooit te zien.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\Werkmap\BORN2728x.jpg

Eerste glimp van de borneodwergolifant

Zachtjes laveert Jennar zijn bootje naar de oever. Doorheen het dichte struikgewas is het dier nauwelijks te onderscheiden. Meer dan af en toe een glimp krijgen we niet te zien – een rimpelig stukje huid, de aanzet van de staart op de bilnaad, een wapperend oor.

Vier bootjes verdringen elkaar voor de oever. Van die ongewone drukte met haar vreemde geuren krijgt de olifant het op zijn heupen. Heel even toetert hij. Maar we naderen niet meer, en dat lijkt hem gerust te stellen.

Ons geduld loont. Gaandeweg verschijnt de eenzaat op een open plekje in vol profiel. Een vrij klein dier is het, vergeleken met zijn Afrikaanse tegenhangers, met korte, rechte slagtanden. Normaal leven deze olifanten in groep. Wellicht is dit individu gezien zijn gewonde poot door de groep achtergelaten.

Een vrij klein dier is het, vergeleken met zijn Afrikaanse tegenhangers

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\Werkmap\BORN2746x.jpg

Borneodwergolifant

Waar de olifanten van Borneo vandaan komen, bleef lange tijd in nevelen gehuld. Dat de sultan van Sulu in 1750 van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie een partij olifanten cadeau kreeg, is een historisch feit. Dat hij ze vervolgens naar Borneo liet overbrengen en ze daar vrij liet, ook. De hypothese dat de huidige populatie van die dieren afstamt, lijkt dus aannemelijk.

In 2003 wees mitochondriaal DNA-onderzoek echter uit dat de olifanten van Borneo al minstens 300 000 jaar volkomen onafhankelijk van hun soortgenoten evolueren. En dat ze de laatste 18 000 jaar in geografisch isolement vertoeven. Het gaat dus om een authentieke, inheemse soort – de borneodwergolifant.

Een half uur later dan verwacht strijken we in Abai Jungle Lodge neer voor onze lunch, op ongeveer 25 km van de kust. Deze plek kan je enkel via de rivier bereiken.

Een warmbloedig zoogdier in de duisternis is voor haar even opvallend als voor ons een neonreclame in een donkere straat

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2760y.jpg

Wagler’s lanspuntslang

Roerloos ligt een polsdikke slang op een tak tussen het gebladerte. Ze is gifgroen van kleur, met bleke en donkere ringen over haar lijf. Wagler’s lanspuntslang is de naam van dit lieverdje, ze behoort tot de groefkopadders. Urenlang kan ze op een prooi liggen te wachten – knaagdieren, vogels, hagedissen. Die doodt ze met haar gif. Met haar twee fenomenale groeforganen, net tussen haar ogen en haar neusopening, kan ze temperatuurverschillen van amper 0,003 °C detecteren. Een warmbloedig zoogdier in de duisternis is voor haar even opvallend als voor ons een neonreclame in een donkere straat.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2788y.jpg

 

Over de brede chocolademelkrivier zetten we onze tocht stroomopwaarts verder. Nog 37 km scheiden ons van Sukau, onze eindbestemming.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2659y.jpg

 

Pijlsnel scheren de boten over de rivier, met de steven steil boven het wateroppervlak en een woest golffront van opspattend schuim in het kielzog. Enkel als we nederzettingen naderen, wordt de vaart gemilderd. Anders zou de golfslag de aanlegsteigers en de toiletten van de paalwoningen kunnen beschadigen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\Werkmap\BORN2820b.jpg

Neusaap (m)

Hoog boven de rivier cirkelt een arend, op zoek naar prooi wellicht. Een neusaap in een kale boom heeft het gemakkelijker om aan voedsel te geraken – de blaadjes hangen binnen handbereik. Het mannetje negeert ons straal.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\Werkmap\BORN2823b.jpg

Neusaap (m)

Statig zweeft een Javaanse maraboe door de lucht. Zijn lange, gelige nek is kaal, maar een echte aaseter is het niet. Vis staat bij hem op het menu, kikkers, reptielen, en zelfs knaagdieren. En die lieve slijkspringertjes, och arme.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2861y.jpg

Java-apen

Een boomstam hangt laag over de rivier. Een klein dozijn java-apen zit er zich druk te maken over alles en nog wat. Dus ook over ons, als we naderen.

Hindoes noemen hem de boodschapper van Brahma

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\15 Boottocht Kinabatangan\BORN2882y.jpg

Brahmaanse wouw

Pal boven onze hoofden spreidt een Brahmaanse wouw zijn kastanjebruine vleugels meer dan een meter breed. Hindoes noemen hem de boodschapper van Brahma. Hij behoort tot de havikachtigen en is dus een roofvogel. Toch voedt hij zich vooral met dode vissen en dode krabbetjes. Maar als het er op aankomt, durft hij ook een haas of een vleermuis te verschalken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\BORN2904y.jpg

Sukau – Kinabatangan Riverside Lodge

Vanuit het zuiden lijkt een dichte bewolking te komen opzetten. Klokslag vier uur meren we aan bij Kinabatangan Riverside Lodge in Sukau. Een royaal terras kijkt uit over de aanlegsteiger en de rivier. Gerieflijke chalets liggen in het lommer van de bomen verscholen, met elkaar verbonden door een netwerk van plankenpaden. Ventilatoren zorgen voor een zuchtje koelte.

Niet alleen onze koffers staan ons op onze kamers op te wachten. Ook onze sarongs liggen er. Want, dixit Zek, aan tafel horen we ons straks zonder schoenen, maar met sarong aan te dienen. Prompt begint hij te tonen hoe dat moet, een sarong omgorden. Vrouwen doen het zelfs anders dan mannen, zo blijkt. Onze lichaamstaal bulkt van het enthousiasme.

Even voor vijf trekken we er met twee open bootjes voor onze avondcruise op uit. En we hebben meteen prijs. Op de oever van de rivier, in een boom met relatief weinig bladeren, maakt een handvol neusapen zich op voor de nacht. Gul werpt de lage zon haar warme gloed over het tafereel. Een beter theater kunnen we ons niet wensen. Gefascineerd leunen we achterover en observeren wat zich een tiental meter boven onze hoofden afspeelt.

Gefascineerd leunen we achterover en observeren wat zich een tiental meter boven onze hoofden afspeelt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\Werkmap\BORN2959b.jpg

Neusapen – Wijfje met jong

Met haar jong tegen haar borst geklemd, klimt een wijfje naar boven. Een rustige plek voor de nacht zoekt ze. Al die tijd verliest het nieuwsgierige jong die vreemde snoeshanen in de bootjes geen seconde uit het oog.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\Werkmap\BORN2932x.jpg

Neusaap (m)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\Werkmap\BORN3000x.jpg

Neusapen – Jonge mannetjes

Dan dagen enkele jongen op. Zij vertrouwen het zaakje niet echt, en werpen argwanende blikken naar beneden.

Ten slotte verschijnt het dominant mannetje ten tonele – een joekel van een neus, een kanjer van een buik, een staart van wel een meter lang. Op onze aanwezigheid heeft hij het allerminst begrepen. Agressief staart hij ons aan, maar we willen van geen wijken weten.

De boodschap is duidelijk. Niemand anders dan hij heeft het hier voor het zeggen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\Werkmap\BORN3034x.jpg

Neusaap – Dominant mannetje

Zelfbewust installeert hij zich op een zware tak tegen de boomstam. Daar zit hij dan, de benen wijd opengespreid, de knalrode, stijve penis met het inktzwarte scrotum ostentatief in onze richting. De boodschap is duidelijk. Hij is het dominante mannetje. Niemand anders dan hij heeft het hier voor het zeggen. Wie aan zijn wijfjes morrelt, krijgt het met hem aan de – euh – stok.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\Werkmap\BORN3033x.jpg

Neusaap – Dominant mannetje

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\Werkmap\BORN3055s.jpg

Neusapen – Jonge mannetjes

Minder aanstellerig is het handvol neushoornvogels dat verderop in een boom samentroept. Bonte neushoornvogels worden ze genoemd, al hebben ze een zwart en wit gevederte en een bleke, ivoorkleurige hoorn. Terwijl de gewone neushoornvogel, zoals we ondertussen weten, een bonte, oranjerode hoorn heeft. Ga dat maar eens uitleggen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\BORN3087b.jpg

Bonte neushoornvogel

Kromgebogen hangen ze over de tak, terwijl ze aan onrijpe vruchten knabbelen. Dat is het favoriete kostje van bonte neushoornvogels, maar ze lusten ook een kikkertje of een hagedisje.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\BORN3093b.jpg

Bonte neushoornvogel

Niets ontgaat onze bootsman, zelfs niet de python die roerloos en quasi onzichtbaar tussen het gebladerte zit. Maar wij slagen er niet in hem te spotten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\BORN3123y.jpg

Java-apen – Wijfje met jong

Terwijl de zon laag boven de bomen zakt, varen we de smalle doorgang naar een hoefijzermeer in. Zo dicht liggen de oevers van de smalle kreek bij elkaar, zo hoog reikt de begroeiing tot boven onze hoofden, dat het soms lijkt alsof we door een groene tunnel varen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\BORN3148y.jpg

Soms lijkt het alsof we door een groene tunnel varen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\BORN3130y.jpg

Kinabatangan

Dan verbreedt het kanaaltje zich tot een ondiep meer. In een rossige gloed verdwijnt de zon achter de bomen. Een reiger kijkt uit over het water. Enkele plevieren scharrelen in het slijk.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\BORN3149y.jpg

Hoefijzermeer

Een menintingijsvogel zit parmantig op de afgebroken stam van een boompje dat recht uit het water steekt. Met zijn donkeroranje buik en donkerblauwe rug lijkt hij wat op de gewone ijsvogel. Maar het zijn vooral zijn blauwe oren die hem onderscheiden. Zijn onmogelijke naam verwijst naar een dorpje op het Indonesische eiland Lombok waarnaar hij vernoemd is.

Scherp steekt het silhouet van een kale boom tegen de bleke lucht af. Een dozijn neusapen hebben zich er genesteld. Kennelijk wordt dit hun slaapboom voor de nacht. Als ballen in een kerstboom zit de haremgroep over de boom verspreid – de jongen op de uiteinden van de takken, de wijfjes dichter bij de stam, het dominante mannetje centraal.

De veiligste plek om te overnachten is dit. In een kale boom heb je immers de beste kans om een indringer tijdig te zien naderen. Ook trillingen van de takken kunnen de aanvaller verraden. Steevast slapen de wijfjes met het gezicht naar de stam gekeerd, want als er gevaar dreigt, zal het uit die hoek komen – een python bijvoorbeeld.

Onze aanwezigheid veroorzaakt opschudding – ook al dobberen we een tiental meter lager op het water. Schichtig beginnen enkele jongen zich naar het centrum te verplaatsen.

In een kale boom heb je immers de beste kans om een indringer tijdig te zien naderen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\16 Boottocht Oxbow\BORN3171y.jpg

Neusapen in slaapboom

Ook het mannetje voelt zich aangesproken en zet zich schrap. In deze groep is hij de onbetwiste leider. Jonge mannetjes stoot hij twee tot drie jaar na hun geboorte uit de groep, want concurrentie duldt hij niet. Die zullen zich dan bij een vrijgezellengroep aansluiten, omdat leven in groep een stuk veiliger is. Naarmate ze sterker worden, zullen ze trachten zelf een harem te verwerven door een ouder mannetje uit de zijne te verdrijven.

De zon is reeds achter de horizon verdwenen als we even na zeven bij de lodge aanmeren. Als een laagje goudvernis ligt de saffraangele westelijke horizon over het rimpelende water weerspiegeld.

Haremwijfjes durven dan weleens bij mijnheer van hiernaast aan te kloppen

Tijd om onze sarong te omgorden en nog even een filmpje mee te pikken. Over neusapen, bijvoorbeeld. De scheiding tussen haremgroepen is er niet zo strikt als bij andere soorten, zo vernemen we onder meer. Dat heeft alles met hun biotoop te maken. Soms kiezen ze immers slaapbomen die vrij dicht bij elkaar staan. Haremwijfjes durven dan weleens bij mijnheer van hiernaast aan te kloppen.

Top

Dinsdag 5 april | Sukau

Niet eens half zeven is het, als de zon zich laag boven de bomen voor alweer een bloedhete dag opmaakt en de oostelijke horizon oranjerood kleurt. In flinterdunne nevels zweet de goudbruine rivier een beetje overtollige hitte uit.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3200y.jpg

Kinabatangan bij dageraad

Onze ochtendcruise voert ons de Menanggul in, een smalle zijkreek van de Kinabatangan. Tientallen meters hoog verheft zich aan weerszijden een ondoordringbare muur van bomen en struiken. Daartussen weet een iele ochtendnevel zich nog even boven het water te handhaven. Lang zal dat niet meer duren, zonnestralen fonkelen reeds in het kalme bruine water.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3256y.jpg

Ochtendnevel boven de Menanggul

Het water staat vrij laag. Visfuiken liggen werkloos op het droge. Een varaan struint over de oever, zijn blauwe tong een tiental centimeter uit zijn muil. Op een takje zit een menintingijsvogel van de vroege zonnestralen te genieten. Zijn bek is zwart, het is een mannetje dus – wijfjes hebben een oranje bek.

In het rustige water verschijnen enkele rimpels

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3220y.jpg

Menintingijsvogel

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3250y.jpg

Krokodil

In het rustige water verschijnen enkele rimpels. Een krokodil glijdt statig door het water, met weinig meer dan haar ogen en haar neus boven water. Heel even maar, en dan is ze weer verdwenen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3216y.jpg

Varaan

Hoog in een boom is een orang-oetan gespot. Een solitair mannetje, zo blijkt. Tussen het donkere gebladerte valt het niet mee om een helder beeld te krijgen van onze eerste wilde orang-oetan. Een koekoek vliegt laag voorbij.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3263y.jpg

Orang-oetan

Een schoonheidsprijs zal hij wellicht nooit krijgen, de grote kikkerbek die diep verscholen tussen het gebladerte op zijn nest zit. Het heeft zelfs flink wat voeten in de aarde vooraleer we hem goed in het vizier krijgen. Maar dan kan voor Zek de pret niet meer op. De allereerste keer is het dat hij deze zeldzame vogel uit de familie van de uilnachtzwaluwen onder ogen krijgt.

Een schoonheidsprijs zal hij wellicht nooit krijgen, de grote kikkerbek

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3294y.jpg

Grote kikkerbek

Met een bek als van een kikker, pluizige haren op zijn hoofd en vreemde witte vlekken op zijn lijf is het moeders mooiste niet. Wellicht is hij op een vroege maandagochtend geassembleerd. Overigens komt die rare brede bek hem goed van pas, want hij voedt zich met insecten.

Het is een mannetje dat hier zit te broeden, terwijl het wijfje voedsel aanvoert. ’s Nachts worden de rollen omgekeerd, en gaat het mannetje op jacht, terwijl het wijfje op het nest zit.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3342x.jpg

Dollarvogel

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3357x.jpg

Java-aap

Over vreemde vogels gesproken, de blauwgroene scharrelaar met rode bek die we op de spits van een kale boom waarnemen, noemen ze hier een dollarvogel. De vlekken op de binnenkant van zijn vleugels zouden immers op een zilveren dollar lijken.

Vliegende insecten uit de lucht plukken is zijn specialiteit. Ziet hij zijn kans schoon, dan zal hij pijlsnel uithalen, om vervolgens naar dezelfde tak terug te keren. Maar voorlopig doet hij dat niet, en de fraaie witte vlekken blijven voor ons verborgen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3329y.jpg

Indische slangenarend

Pal boven ons overschouwt een Indische slangenarend zijn jachtterrein. Slangen en hagedissen kijken maar beter uit, want zijn indringende gele ogen ontgaat niets.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3374y.jpg

Java-aap

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3376y.jpg

 

Java-apen hebben zich in de vroege zon op een boom aan het smikkelen gezet. Eentje kruipt tegen een dikke, kale boomstam omhoog en inspecteert holtes op zoek naar hapjes. Een ander slurpt water uit de rivier.

Onbewogen overschouwt een bronsdrongo met een prachtig glanzend, blauwzwart vederkleed het tafereel. Die rust is maar schijn. Want hij kan agressief uit de hoek komen als het er op aankomt indringers uit zijn territorium te verjagen – zelfs als die groter zijn dan hem.

Tussen het kreupelhout merken we een Maleise niltava op. Voor ons een nobele onbekende, maar in deze regio een heel alledaagse verschijning. Een kleine, blauwe vliegenvanger is het, met oranje borst en witte buik.

Alsof dat het afgesproken teken was, zetten zangcicaden prompt een massaal afscheidsconcert in. Speciaal voor ons

Klokslag acht maken we rechtsomkeer. Alsof dat het afgesproken teken was, zetten zangcicaden prompt een massaal afscheidsconcert in. Speciaal voor ons.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\17 Boottocht Menanggul\BORN3399y.jpg

Menangul

Een smakelijk ontbijt wacht ons in de lodge. Tussen de chalets houdt zich een halftamme bonte neushoornvogel op, kennelijk onbevreesd voor menselijke nabijheid. Een lichte bewolking tempert de zon. Even na half tien laten we het paradijselijke Sukau achter ons.

Top

Jaak Palmans
© 2016, 2017 | Versie 2022-02-25 16:50

Lees het vervolg in (5/5)

Het dak van Borneo